Een radarblad lijkt op het eerste zicht heel complex. Verschillende kleuren en lijnen lopen door elkaar op een groot blad waardoor het soms ingewikkeld lijkt om de juiste patroonlijnen te vinden.
Eigenlijk zijn radarbladen steeds op een gelijkaardige manier opgebouwd dus eens je weet waar je moet op letten, lukt het vast wel.
Het patroon
Een patroon bestaat uit (1) de instructies en (2) de patroondelen. De patroondelen die je nodig hebt, kan je terugvinden op het radarblad. In de instructies kan je terugvinden:
– welk materiaal je nodig hebt,
– welk radarblad,
– welke patroondelen gebruikt worden en
– eventueel ook een knipplan om de patroondelen zo zuinig mogelijk uit de stof te knippen.
Het radarblad
Welk radarblad wordt gebruikt?
In de instructies staat vermeld welk radarblad er gebruikt wordt. Dit wordt meestal aangeduid met een letter, een kleur, een cijfer of een combinatie.
Welke patroondelen moeten overgenomen worden?
Het aantal patroondelen dat overgenomen moet worden is afhankelijk van het gekozen project. De patroondelen die je nodig hebt, staan steeds vermeld in de instructies. De patroondelen worden ook vaak genummerd.
Waar staan de patroondelen op het radarblad?
Op het radarblad staan meestal langs de boven- en onderkant gekleurde cijfers. In de instructies zoek je de kleur en het cijfer dat je nodig hebt. Je kan het desbetreffende patroondeel terugvinden op het radarblad boven dat gekleurde cijfer. Zo kan je alle nodige patroondelen terugvinden op het radarblad.
Welke maat moet je overnemen?
In de patrooninstructies staat ook steeds een maattabel. Volg deze maattabel en ga niet uit van een confectiemaat. Het ene patroon heeft eerder een ruime taillering terwijl andere patronen wat kleiner tailleren.
Welke merktekens neem je best over?
Heel eenvoudig. Alle merktekens die op het patroondeel staan. Sommige patronen maken gebruik van een naaicijfer en vermelden vervolgens bij de instructie welke naden (en welk naaicijfer) aan elkaar gestikt moet worden.
Enkele belangrijke merktekens zijn,
- Rechte draad
- Stofvouw (voor patronen die uit 1 stuk worden geknipt)
- Middenvoor (MV)
- Middenrug (MR)
- Plooien en nepen
- Plaatsing van zakken, knopen en knoopsgaten.
Wat met de naadwaarden?
Bij sommige patronen is de naadwaarde inclusief en hoef je dus geen naadwaarde meer aan je patroondeel toe te voegen.
Andere patronen hebben geen aangetekende naadwaarde en daar moet nog een naadwaarde aan toegevoegd worden.
Meestal worden dan (afhankelijk van het type kledingstuk) volgende naadwaarden gebruikt:
– Naden: 1 cm of 1,5 cm.
– Zomen: 3 cm of 4 cm.
De patroondelen overnemen
Zijn de patroonlijnen van de jouw gekozen maat moeilijk zichtbaar? Dan kan je met een fluomarker de juiste lijn aanduiden.
Daarna leg je een zijdepapier (of semi-transparant patroonpapier) over het radarblad.
Neem vervolgens alle patroondelen over inclusief alle merktekens.
Heb je een patroon zonder naadwaarde? Dan kan je kiezen of je de naadwaarde onmiddellijk toevoegt aan het patroon of je deze later toevoegt bij het uitknippen van de stof.
De naadwaarde toevoegen aan de patroondelen vraagt wat meer tekenwerk, maar zo ben je alvast zeker dat je de naadwaarde later niet vergeet toe te voegen. Het is ook wat eenvoudiger om je patroondelen inclusief naadwaarde op de stof te leggen om deze uit te knippen. Niets zo vervelend als een te nauwe naadwaarde!
Zeer nuttig artikel. Dankjewel